Trefwoorden Stage en eindwerk
Doelstellingen De stage moet de student de kans bieden kennis te maken met de beroepspraktijk. Kennis, vaardigheden en attitudes bijgebracht in de driejarige opleiding KMO-management krijgen een praktische toetsing in het werkveld en worden er tevens verder ontwikkeld. Vooral de algemeen en specifiek beroepsgerichte competenties zullen in de stage verder ontwikkeld worden:
- Uitdiepen van de theoretische kennis
- Vaardigheden op het vlak van interpersoonlijke relaties, teamworking, omgaan met informatie, omgaan met taken, persoonlijk functioneren, redeneervaardigheid, en administratieve vaardigheden
- Attitudes zoals accuratesse, flexibiliteit, omgaan met stress, organisatievermogen, doorzettingsvermogen, kritische ingesteldheid, resultaatgerichtheid, het omgaan met gelden van anderen volgens strikte deontologische codes, kwaliteitsbewustzijn, empathie, contactbereidheid, leergierigheid, zelfstandigheid, zin voor samenwerking, assertiviteit,...
De duur van deze stage is voldoende lang opdat de student zich volledig zou kunnen inleven in zijn werksituatie.
Door het maken van een eindwerk leert de student zelfstandig een rapport opstellen. Hij leert dat rapporteren daar waar nodig, dient beperkt te worden tot het essentiële en dat de conclusievorming eenduidig, klaar en coherent moet zijn.
De student krijgt een inzicht in de verschillende beroepsmogelijkheden na deze driejarige opleiding en beschikt over de vereiste sollicitatievaardigheden.
Door het maken van een eindwerk leert de student zelfstandig een rapport opstellen. Hij leert dat rapporteren daar waar nodig, dient beperkt te worden tot het essentiële en dat de conclusievorming eenduidig, klaar en coherent moet zijn.
Leerinhoud
- De stage duurt 3 maanden. De stage vindt plaats in een KMO.
- De inhoud van de stage wordt voor de aanvang van de stage besproken door de stageleider van de hogeschool, de stagementor van het stagebedrijf en door de student/stagiair en voor het begin van de stage door het stagebedrijf bevestigd in een taakomschrijving.
- De inhoud van het eindwerk wordt eveneens vooraf besproken door de stageleider, de stagementor en de stagiair en uiterlijk in de loop van de eerste weken van de stage overeengekomen tussen stageleider, stagementor en stagiair.
- Dit eindwerk wordt door de student schriftelijk bezorgd na afloop van de stage en mondeling gepresenteerd en verdedigd voor een jury.
- De student houdt een logboek bij dat een beknopte opsomming en beschrijving bevat van de stageactiviteiten gedurende de ganse stageperiode en rapporteert aan de stageleider, die de stageplaats tenminste twee maal bezoekt voor een bespreking van het verloop van de stage met de stagementor en met de stagiair en een evaluatie van diens leerproces.
- Tevens maakt de student kennis met de verschillende beroepen waartoe hij werd opgeleid en komen sollicitatietrainingen aan bod.
Begincompetenties Alle opleidingsonderdelen van het 1ste en 2de modeltraject.
Alle opleidingsonderdelen van het 3de modeltraject.
Eindcompetenties Eindcompetentie 1: kan de in de opleiding aangebrachte competenties integreren in een werkomgeving
Indicatoren:
- beheerst vlot de meest courante softwarepakketten (bv. Word, Excel,…)
- heeft logisch en kritisch inzicht
- kan vlot en zelfstandig de wetgeving toepassen
- kan vlot en zelfstandig een dossier behandelen
- leeft consistent deontologische normen van het beroep (of de opdracht) na
Kerncompentie 2: kan binnen de beschikbare termijn informatie op een doeltreffende manier verzamelen, ontcijferen en verwerken, gegevens gestructureerd samenbrengen en op een originele manier voorstellen en bewerken, eventuele hiaten in deze informatie onderkennen.
Indicatoren:
- leert snel nieuwe dingen bij
- begrijpt snel informatie die wordt gegeven
- ontcijfert gegevens en informatie op een zelfstandige manier
- heeft niet veel uitleg nodig om de opdracht van een taak te begrijpen
- neemt veel informatie op in een beperkte tijdspanne
- gaat creatief om met de informatie die hij krijgt
- kan een probleem duidelijk omschrijven en afbakenen
- geeft aan welke informatie vereist is om zicht te krijgen op het probleem
- gebruikt effectieve methode om informatie te verzamelen
- slaagt erin om uit documentatie de relevante informatie te halen en destilleert het essentiële hieruit
- kan gemaakte keuzes verantwoorden
- verifieert informatie en ontdekt mogelijke tekorten of fouten
- baseert zich op relevante actuele bronnen
- verwerkt de literatuur met een passende kritische ingesteldheid
- kan duidelijke en gefundeerde conclusies trekken die aansluiten op de probleemstelling
- kan resultaten bespreken in relatie tot de probleemstelling
- koppelt bij conclusies terug naar theorie
- levert een eigen kritische bijdrage
- gaat zorgvuldig met persoonlijke en/of gevoelige informatie om
Kerncompetentie 3: kan structuur aanbrengen in een veelheid aan verschillende taken door een prioriteitenlijst op te stellen en deze op een consequente manier af te werken binnen de gegeven tijd.
Indicatoren: plant eigen werk op een efficiënte wijze
- maakt vooraf een planning op van het werk dat moet gebeuren
- overdenkt vooraf hoe hij iets zal aanpakken
- werkt op een overzichtelijke manier taken af
- werkt alle taken op tijd af
- weet welke taken prioritair zijn en welke minder
Kerncompetentie 4: kan onverwachte situaties opvangen en beheersen door, op basis van ervaring en kennis, mogelijke oplossingen af te wegen en door op eigen initiatief de taak op zich te nemen om de best passende oplossing te implementeren
Indicatoren: neemt op eigen initiatief taken op zich
- trekt zijn plan als hij geconfronteerd wordt met een probleem
- overweegt diverse mogelijkheden als oplossing voor een probleem
- weet de best passende oplossing te kiezen
- reageert op een constructieve manier op onverwachte omstandigheden
- zoekt zelfstandig naar een oplossing
Kerncompetentie 5: groepsgeest creëren en bevorderen door de eigen mening en ideeën te delen, door zich te identificeren met de gemeenschappelijke doelstellingen en door conflicten met collega's bij te leggen
Indicatoren:
- weet zich te integreren in de groep
- stelt zich hulpvaardig op als anderen in problemen komen
- brengt de eigen ideeën in de groep
- Identificeert zich met de groepsbelangen
- stelt zich sociaal en toegankelijk op naar andere mensen
- werkt constructief samen met anderen
Kerncompetentie 6:( Interne of externe) klanten op een gerichte manier begeleiden en raad geven in hun keuzeproces. Hen steeds op de eerste plaats stellen door hen een gerichte service te leveren en door op een constructieve manier contacten te onderhouden.
Indicatoren:
- stelt zich professioneel op ten aanzien van derden
- leeft zich in, in de problemen van klanten
- heeft een constructieve bijdrage voor het imago van de organisatie
- stelt klanten steeds op de eerste plaats
- geeft een optimale service aan de klanten
- biedt klanten een toegevoegde waarde door zijn inbreng
Kerncompetentie 7: zich ten volle inzetten voor het werk door steeds het beste van zichzelf te geven en hoge kwaliteit na te streven. Blijven doorzetten, ook bij frustratie, tegenwerking, druk of detailarbeid
Indicatoren:
- geeft het beste van zichzelf en wil optimaal presteren
- houdt vol, ook bij detailarbeid of routinetaken
- levert kwalitatief werk af, ook bij detailarbeid
- blijft doorzetten ook bij tegenslag of frustratie
- herstelt fouten op spontane wijze
- demonstreert het nodige zelfvertrouwen
Algemene competenties: kan vlot schriftelijk en mondeling communiceren
Indicatoren: kan verbaal communiceren: gegevens, ideeën en meningen mondeling correct overbrengen, op een gestructureerde manier, al dan niet ondersteund door aangepaste non-verbale communicatie (intonatie, houding, expressie, ritme, snelheid, articulatie, oogcontact, …)
- kan een publiek overtuigen: inspelen op het publiek door de communicatiestijl aan te passen; doeltreffend inspelen op opmerkingen en vragen en de aandacht gaande houden
- kan schriftelijk communiceren: gegevens, ideeën en meningen schriftelijk correct overbrengen met de juiste structuur en terminologie, en zonder taalfouten
- kan zelfstandig een diepgaand rapport opbouwen met een verantwoorde inpassing van een theoretisch én empirisch gedeelte.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Alle relevante cursussen en handboeken gebruikt in de opleiding, boeken, tijdschriften- en krantenartikels, internet, interne documenten en opleidingen in het stagebedrijf
Studiekosten Verplaatsingskosten naar stagebedrijf
Kosten verbonden aan de scriptie
Studiebegeleiding Persoonlijke begeleiding door een stagebegeleider (lector) en stagementor (bedrijf) en scriptiecoördinator.
Onderwijsvormen Stage en eindwerk: zelfwerkzaamheid van de student.
Evaluatievorm Diplomacontract - creditcontract
Eerste examenzittijd:
Partim stage: 40% van de eindbeoordeling
Partim stageverslag: 10% van de eindbeoordeling
Partim mondelinge verdediging: 20% van de eindbeoordeling
Partim scriptie: 30% van de eindbeoordeling
Tweede examenzittijd:
Enkel de partim Stage wordt meegenomen naar de tweede zittijd
Examencontract
De student moet voor dit opleidingsonderdeel verplicht deelnemen aan de onderwijsactiviteiten.
De student is verplicht op voor dit opleidingsonderdeel een inschrijving met een diplomacontract te nemen.
OP-leden
|
|