Trefwoorden Burgerlijk recht, IWETO-code: s130 Burgerlijk recht
Doelstellingen
- Deze cursus vormt een geheel met de opleidingsonderdelen burgerlijk recht, die in het programma van het eerste en het derde jaar Rechtspraktijk werd opgenomen.
- Het doel van de opleiding is de student - wat betreft burgerlijk recht - de nodige juridische en praktijkgerichte achtergrondkennis te verschaffen, die hij nodig zal hebben in het latere, juridische georiënteerde beroepsleven.
- De student zal tijdens de cursus de vaardigheid verwerven in het interpreteren en het oplossen van problemen in verband met het erfrecht en het huwelijksvermogensrecht. Hij zal geconfronteerd worden met de verschillende vormen van huwelijksvermogenstelsel, hij dient in staat te zijn een normale vereffening en verdeling te kunnen doen vertrekkend van de principes van het wettelijke stelsel, eventueel aangevuld met bepalingen uit het huwelijkscontract. Hij dient in staat te zijn problemen van wettelijke en testamentair erfrecht op te lossen, eventueel de combinatie te maken van beide.
Er zal verder worden gewerkt aan het juridische leren denken en redeneren.
Leerinhoud Huwelijksvermogensrecht:
- Wettelijk stelsel
- Stelsel van scheiding van goederen
- Stelsel van gemeenschap
- Samenstelling van de patrimonia, rechten van schuldeisers
- Vergoedingsrekeningen
- Vereffening en verdeling van het huwelijkspatrimonium
Erfrecht:
- Wettelijke en testamentair erfrecht (beide onderdelen worden volledig uitgewerkt)
- Erfrechtelijke reserve
- Rechten van de langstlevende
- Omzetting van het vruchtgebruik van de langstlevende
- Invloed van het huwelijkscontract op de erfrechtelijke verdeling
Begincompetenties Er wordt vanuit gegaan dat de student reeds een grondige kennis bezit in verband met recht, meer specifiek in verband met burgerlijk recht wat betreft de onderwerpen die in deel 1 van het opleidingsonderdeel burgerlijk recht behandeld werden.
Daarnaast dient hij reeds de praktische vaardigheden en attitude te hebben verworven in verband met het opzoeken van juridische teksten, het juridisch formuleren van een probleem en het toepassen van de aangeleerde en zelf verworven kennis op het juridisch geformuleerde probleem.
Eindcompetenties
- Heeft kennis van de wetgeving en de rechtspraak in verband met het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht
Indicatoren: - kent de terminologie inzake het huwelijksvermogensrecht, het erfrecht en kan deze op een correcte manier gebruiken
- kent de historische achtergrond, de doelstelling en samenhang tussen huwelijksvermogensrecht en erfrecht.
- kent het onderscheid tussen wettelijk en testamentair erfrecht, de verschillende erfgerechtigde ordes, de reserve en het beschikbaar deel en de verschillende gevallen waarin er een reserve geldt en hoe die berekend of geïmputeerd wordt.
- kent de mogelijkheden tot omzetting van het wettelijk vruchtgebruik en kan de berekening uitvoeren
- kent de voorwaarden geldend voor de geldigheid van een testament, de soorten testamenten, de soorten legaten en de gevolgen ervan
- kent de soorten huwelijksvermogenstelsels, hun toepassing, de reden waarom men onder een bepaald stelsel valt en hun samenstelling
- Kan de kennis in verband met het huwelijksvermogensrecht en het erfrecht toepassen en slaagt erin –vertrekkend van de diverse gevallen die zich in de praktijk stellen – eenvoudige problemen van huwelijksvermogensrecht en erfrecht op te lossen
Indicatoren:- kan op een gestructureerde en systematische manier een probleem van erfrecht oplossen
- kan op een gestructureerde en systematische manier overgaan tot de vereffening en verdeling van het huwelijkspatrimonium
- kan – in de verschillende gevallen die zich in de praktijk kunnen stellen - overgaan tot de concrete verdeling van een erfenis en een huwelijkspatrimonium
- kan op een duidelijke en gestructureerde manier aanduiden hoe de afhandeling van de nalatenschap verloopt
- kan aangeven hoe een huwelijksvermogensrecht gekozen worden en hoe partijen tijdens het huwelijk van stelsel kunnen veranderen
- Vaardigheden:
De student kan op een gestructureerde en systematische manier de gegeven informatie verwerken en in de praktijk toepassen
Indicatoren: - slaagt erin uit de documentatie de relevante informatie te halen en distilleert het essentiële hieruit.
- verwerkt de informatie volgens de gegeven richtlijnen en binnen het opgegeven tijdbestek
- kan de juridische informatie opsporen, inventariseren en in de praktijk toepassen
- kan op een logische en juridische correcte wijze de overgang maken van de theoretische kennis naar de praktijk
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Syllabus
Wetboek
Studiekosten Syllabus tegen de prijs bepaald door de hogeschool.
Wetboek tegen marktprijs.
Studiebegeleiding Klassikaal en individueel gelegenheid tot het stellen van vragen.
De opdrachten, die groepsgewijze of individueel worden voorbereid en opgelost, worden ook opgelost in de klas.
Tijdens het begeleid zelfstandig leren (BZL) coacht de lector.
Onderwijsvormen
- Afwisselend hoorcolleges, leergesprekken, klassikaal geleide oefeningen
- Zelfstandig op te lossen oefeningen
- Analyse van juridische teksten
- Praktische oefeningen
- BZL: Het uitwerken individueel of in groep van een opgegeven praktisch probleem.
Evaluatievorm Diplomacontract - Creditcontract
- Eerste examenzittijd: 10% permanente evaluatie en 90% schriftelijk examen (voor het praktisch gedeelte mag de codex gebruikt worden)
- Tweede examenzittijd: 100% schriftelijk examen (voor het praktisch gedeelte mag de codex gebruikt worden)
Examencontract
- Eerste examenzittijd: 10% individuele opdracht en 90% schriftelijk examen (voor het praktisch gedeelte mag de codex gebruikt worden)
- Tweede examenzittijd: 100% schriftelijk examen (voor het praktisch gedeelte mag de codex gebruikt worden)
OP-leden Deze ECTS-fiche werd opgesteld door:
|
|