Trefwoorden Theorie methodieken en methodes in Sociaal-Cultureel Werk.
Doelstellingen De essentie van Sociaal-Cultureel Werk is tweedelig. Enerzijds werkt het Sociaal-Cultureel Werk aan zingeving en emancipatie door het organiseren van sociaal-culturele processen waardoor mensen in staat gesteld worden om inhoud en vorm te geven aan hun maatschappelijke- en culturele situatie. Anderzijds speelt het Sociaal-Cultureel Werk een belangrijke rol in het debat over maatschappelijke thema’s.
De finaliteit van Sociaal-Cultureel Werk ligt aldus in ondersteuning van leerprocessen in de brede zin via het opzetten van sociaal-culturele processen die op methodisch doordachte wijze worden vorm gegeven en geëvalueerd. Deze sociaal-culturele processen zijn te situeren in een streven naar een democratische samenleving waarin eenieder tot zijn recht komt.
Voor sociaal-cultureel werkers staat of valt hun werk met de ontwikkeling van een visie op mens en maatschappij, op de plaats van Sociaal-Cultureel Werk in de samenleving en de rol van een sociaal-cultureel werker daarin.
In dit opleidingsonderdeel worden theorieën, methodieken en methodes in het Sociaal-Cultureel Werk systematisch met elkaar in verband gebracht. De integratie van inhoudelijke en methodische bouwstenen tot een persoonlijke visie op Sociaal-Cultureel Werk staat centraal.
Het opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:
Beroepsspecifieke competenties
Sociaal werkers:
-1. Handelen vanuit een visie die steunt op een breed inzicht in de maatschappelijke werkelijkheid;
-2. Geven op een methodische manier vorm aan de sociaal-agogische processen in hun taakgebieden;
-3. Dragen bij tot de profilering en ontwikkeling van de professionele identiteit.
Algemene competenties
Algemene beroepsgerichte competentie
-5. Het besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid samenhangend met de beroepspraktijk.
Algemene (generieke) competentie
- 6. Een ingesteldheid tot levenslang leren.
Voor dit opleidingsonderdeel wordt in modeltraject 1 de basis gelegd via de volgende opleidingsonderdelen:
Inleiding op het Sociaal Werk;
Sociologie.
Voor dit opleidingsonderdeel wordt in modeltraject 2 de basis gelegd via de volgende opleidingsonderdelen:
Werkvelden Sociaal Werk;
Sociaal Werk: Sociologische en beleidsmatige visies;
Methodieken Sociaal-Cultureel Werk.
Het opleidingsonderdeel kent theoretische en praktische linken met de volgende opleidingsonderdelen uit modeltraject 3:
Sociaal-Cultureel Werk en educatie;
Sociaal-Cultureel Werk en cultuur;
Sociaal-Cultureel werk en samenleving.
Leerinhoud Dit opleidingsonderdeel bestaat uit vijf onderdelen waarbij telkens een aantal algemene kaders worden aangereikt. Inhoudelijk biedt dit opleidingsonderdeel de basis voor de opleidingsonderdelen Sociaal-Cultureel Werk en educatie, Sociaal-Cultureel Werk en cultuur, Sociaal-Cultureel Werk en samenleving. Deze kaders worden in dit opleidingsonderdeel verder geconcretiseerd d.m.v. de bespreking van een actuele discussie.
Overzicht:
Visies op leren in onze gewijzigde samenleving met o.m. levenslang leren en EVC;
Methodieken en methodes in Sociaal-Cultureel Werk: sociaal-culturele methodiek, behoeftedetectie o.m. in volkshogescholen, biografisch en sociaal leren, vindplaatsgericht werken o.m. in het jeugdwerk;
Burgerschapsvorming en gemeenschapsvorming, middenveldparticipatie en vrijwilligerswerk, cultuurparticipatie;
Ervaringsleren en politiserend vormingswerk o.m. Dewey, Freinet, Kolb, Freire en Negt;
De pedagogische rol van de sociaal-cultureel werker in de samenleving.
Begincompetenties Studenten kunnen in de onderwijsrealiteit van dit opleidingsonderdeel, indien nodig, hun basisinzichten uit volgende inhoudskaders aanwenden:
Modeltraject 1
Inleiding op het Sociaal Werk;
Sociologie.
Modeltraject 2
Werkvelden Sociaal Werk;
Sociaal Werk: Sociologische en beleidsmatige visies.
Eindcompetenties De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik ‘doelstellingen’ worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:
Op het niveau weten en inzien
De studenten:
- Kenschetsen correct recente kernbegrippen en theorievorming uit het Sociaal-Cultureel Werk;
- Bespreken inzichtelijk recente discussies en ontwikkelingen in Sociaal-Cultureel Werk zoals levenslang leren, middenveldparticipatie, vrijwilligerswerk,…
Op het niveau toepassen
De studenten:
- Hanteren - gestoeld op kritische analyse en kritische reflectie en met zin voor creativiteit - bestaande missies en visies, methodieken en methodes binnen het Sociaal-Cultureel Werk.
Op het niveau integreren
De studenten
- Beantwoorden vanuit een eigen beargumenteerde visie op Sociaal-Cultureel Werk en met zin voor essentie de analyses van vragen en situaties uit het sociaal-culturele werkveld;
- Vertalen - op basis van kritische analyse vanuit verschillende theoretische kaders - maatschappelijke situaties en ontwikkelingen naar vraagstellingen inzake Sociaal-Cultureel Werk.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Cursus te verkrijgen op de cursusdienst;
Lidmaatschap van de bibliotheek, essentieel voor het raadplegen van vakliteratuur o.m. ook de vaktijdschriften:
- Vorming;
- Sporen;
- Wisselwerk;
- Krax;
- Terzake;
- …
Studiekosten De kostprijs wordt geraamd op ongeveer 10 euro.
Studiebegeleiding De lesgever is beschikbaar tijdens de les of na afspraak;
Via het interactieve leerplatform Dokeos.
Onderwijsvormen Hoorcollege;
Interactief hoorcollege: college met visualisering;
Concrete verwerkingsopdrachten;
Individuele opdrachten;
Gespreks- en discussievormen.
Dit opleidingsonderdeel ondersteunt, gelinkt aan haar inhoudelijke eigenheid, de mogelijkheid tot implementatie van internationale gastsprekers en/of bezoeken in internationale context.
Evaluatievorm Eerste zittijd
De evaluatie op het einde van het semester berust op:
- een individueel in te dienen taak (50% van de totale beoordeling);
- een mondeling examen (50 % van de totale beoordeling).
De taak bestaat uit een beginopdracht waarin studenten hun visie op Sociaal-Cultureel Werk ‘verbeelden’ in een posterpresentatie en een paper waarin studenten een visie op Sociaal-Cultureel Werk ‘verwoorden’. Beide opdrachten zijn gericht op het ontwikkelen en uitgebreid beargumenteren van een eigen visie op Sociaal-Cultureel Werk gebaseerd op een kritische analyse van bestaande theorieën, methodieken en methodes.
De taak wordt op een vooropgestelde datum ingediend en wordt gequoteerd op basis van vooropgestelde criteria die toegelicht worden bij aanvang van het opleidingsonderdeel (cfr. opdrachtformat).
Het mondeling examen bestaat uit open vragen en richt zich op de volledige leerinhoud van dit opleidingsonderdeel. Het aantal vragen wordt bepaald met zorg naar haalbaarheid binnen de voorziene examineringtijd. Er wordt schriftelijke voorbereidingstijd voorzien.
Tweede zittijd
In tweede zittijd worden een gelijkaardige opdracht (50% van de totale beoordeling) en een gelijkaardig mondeling examen (50% van de totale beoordeling) voorzien.
OP-leden Betrokken lesgevers:
|
|