Trefwoorden Agogische vaardigheden ten behoeve van Sociaal-Cultureel Werk.
Doelstellingen Sociaal-cultureel werkers dienen op een kwalitatieve wijze met groepen te kunnen werken. Daarvoor wenden ze agogische vaardigheden aan. In het opleidingsonderdeel gaan we uit van het verbeteren van deze vaardigheden op technisch en attitudeniveau gebaseerd op de opgedane ervaringen in voorafgaande opleidingsonderdelen uit modeltraject 1 en 2. Waar in modeltraject 1 het eigen handelen als lid van een groep (Ik in de groep) en modeltraject 2 de theoretische beschouwing van groepswerk (Ik en de groep) centraal stonden, focust dit opleidingsonderdeel in modeltraject 3 zich op het agogisch werken met groepen (Ik met de groep).
Het opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:
Beroepsspecifieke competenties
Sociaal werkers:
-1. Geven op een methodische manier vorm aan de sociaal-agogische processen in hun taakgebieden;
-2. Dragen bij tot de profilering en ontwikkeling van de professionele identiteit;
-3. Communiceren doelgericht in een context van grote diversiteit.
Algemene competenties
Algemene beroepsgerichte competentie
-4. Teamgericht kunnen werken.
Algemene (generieke) competentie
-5. Het vermogen tot kritische reflectie en projectmatig werken.
Het opleidingsonderdeel sluit aan bij inzichten en vaardigheden uit opleidingsonderdelen in:
Modeltraject 1
Maatschappelijk Assistent in de Praktijk: Theoretische en praktische bouwstenen 1 en 2.
Modeltraject 2
Communicatie en interactie;
Stage 1.
Het opleidingsonderdeel kan een ondersteuning bieden naar de opleidingsonderdelen Stage 2 en Afstudeerproject modeltraject 3 met accent op de afstudeerrichting Sociaal-Cultureel Werk.
Leerinhoud Ervaringen van studenten;
Instrumenten gebaseerd op een systematiek van individueel uitgangspunt over knelpunt – probleemstelling – doelstelling – proefopdracht – feedback – reflectie;
Gespecificeerde agogische vaardigheden;
Reflectie over specifieke vaardigheden.
Volgende clusters van vaardigheden komen uitdrukkelijk aan bod:
- Duidelijke instructies geven om een groep een complexe activiteit te laten uitvoeren;
- Iets durven te zeggen in een groep;
- Actief luisteren naar de deelnemers aan een groepsgesprek, spiegelen, parafraseren.
Persoonlijke ervaringen laten delen zonder de autonomie en privacy in gevaar te brengen:
- Hoe zorg ik voor een lossere en meer open houding bij de deelnemers in een groep?;
- Werken met posities, verhoudingen en relatiewensen in een groep: Interactieroos;
- Feedback geven aan een groep. De groep confronteren…;
- De groep begeleiden om samen tot een beslissing te komen terwijl je als begeleider ook
belanghebbende partij ben: Participatief leidinggeven.
Begincompetenties Het opleidingsonderdeel verdiept inzichten en competenties die aan bod komen in:
Modeltraject 1
Maatschappelijk Assistent in de Praktijk 1 en 2 cfr. je eigen gedrag in groep.
Modeltraject 2
Communicatie en interactie cfr. overzicht van functies en rollen in groepen;
Stage 1 cfr. beginnend inzicht in vergadertechnieken en leiden van een groep.
Eindcompetenties De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik 'doelstellingen' worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:
Op het niveau weten en inzien
De studenten:
- Kenschetsen authentiek hun professionele identiteit als agogisch werker;
- Grenzen hun professionele identiteit efficiënt af in het werken met een groep;
- Stemmen flexibel hun houding en rol(len) af op verschillende vormen en settings van samenwerken.
Op het niveau toepassen
De studenten:
- Handelen autonoom als ze werken met een groep;
- Vragen constructief en met zin voor openheid feedback om hun handelen als agogisch werker in/ met een groep te verbeteren;
- Communiceren op een doelgerichte manier in informele en formele groepen.
Op het niveau integreren
De studenten:
- Bevorderen spontaan door communicatie en creativiteit integratie en participatie van mensen.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Cursus die tegelijkertijd werkboek en logboek van de residentiële meerdaagse is en zo ook een leidraad is voor de individuele verwerking.
Studiekosten
De kostprijs voor de residentiële training wordt geraamd op ongeveer 60 euro, exclusief verplaatsing naar de residentie;
De kostprijs voor het werkboek/logboek wordt geraamd op ongeveer 5 euro;
Totale kostprijs: ongeveer 65 euro.
Studiebegeleiding Individuele consultatie bij de lesgever.
Contactgegevens: zie OP-leden.
Onderwijsvormen Hoorcollege;
Interactief hoorcollege: responscollege, college met visualisering, discussiecollege;
Projectmatig werken (interdisciplinair): projectgroepen, referentiegroepen;
Individuele en groepsopdrachten;
Demonstraties;
Rollenspel;
Praktijkoefeningen in een residentiële trainingssetting.
Het opleidingsonderdeel hanteert cyclisch afwisselende groepen waarin de studenten worden geplaatst tijdens de externe meerdaagse als voornaamste resource;
In een systematiek van individueel uitgangspunt over knelpunt – probleemstelling – doelstelling – proefopdracht – feedback – reflectie oefenen de studenten instrumenten die hen in een hoorcollege geïnstrueerd zijn;
De voor elk groepslid gespecificeerde agogische vaardigheden worden getoetst en aangescherpt in een projectgroep;
Afwisselend daarmee wordt er dieper over de specifieke vaardigheid zelf gereflecteerd in geclusterde ‘referentiegroepen’.
Aangezien het verslag ( zie item Evaluatievorm) gebaseerd moet zijn op het groepswerk in de residentiële setting is deelname verplicht. Om de specificiteit van de competenties verbonden aan de meerdaagse te kunnen beoordelen dient de student aanwezig te zijn. Een afwezigheid op de meerdaagse betekent een doorverwijzing naar de tweede zittijd voor dit opleidingsonderdeel.
Dit opleidingsonderdeel ondersteunt, gelinkt aan haar inhoudelijke eigenheid, de mogelijkheid tot implementatie van internationale gastsprekers en/of bezoeken in internationale context.
Evaluatievorm Eerste zittijd
Op het einde van het semester ( periodegebonden evaluatie): productevaluatie (100% van de beoordeling).
De studenten maken een individueel verslag over het projectwerk in de residentiële setting waarin standpunten worden geformuleerd die leiden tot:
- Argumentatieverslag;
- Reflectieverslag;
- Introspectieverslag.
Dit verslag bestaat uit twee delen:
- een (zelf)analyse van het proces dat de student tijdens de cursus heeft doorgemaakt in het werken met een groep, met verwijzing naar de aangereikte instrumenten;
- transfer van het individuele verbeterproces en de opgedane inzichten naar de praktijk in de toekomst.
Volgende evaluatiecriteria ( cfr. item Eindcompetenties) worden toegelicht bij aanvang van het opleidingsonderdeel aan de studenten en beogen dat uit het verslag duidelijk kan blijken dat de student:
- zijn/haar identiteit als professionele agogisch werker efficiënt afgrenst;
- zijn/haar houding en rol(len) flexibel afstemt op verschillende vormen en settings van samenwerken;
- feedback constructief gebruikt om zijn/haar handelen in groep te verbeteren;
- autonoom handelt als hij/zij werkt met een groep;
- het eigen handelen als agogisch werker in een groep kritisch en open bevraagt;
- op een doelgerichte manier in informele en formele groepen communiceert;
- spontaan door communicatie en creativiteit integratie en participatie bevordert.
Tweede zittijd
In de tweede zittijd wordt een gelijkaardig productevaluatie gehanteerd. De externe meerdaagse (residentiële setting) uit de eerste zittijd dient vervangen te worden door een verslag op basis van een externe - door de student te volgen - cursus tijdens de vakantieperiode. De keuze van deze externe cursus gebeurt in overleg met de lector.
OP-leden Betrokken lesgevers:
Peer van der Kreeft ( peer.vanderkreeft@hogent.be)
Ann De Wilde ( ann.dewilde@hogent.be)
|
|