Trefwoorden Sociaal-Cultureel Werk en educatie
Doelstellingen De eigenheid van Sociaal-Cultureel Werk is dat het vier terreindoelstellingen met name recreatie, educatie, welzijn en cultuur, in zich verzamelt. Hoewel elke organisatie binnen het werkveld van Sociaal-Cultureel Werk wel zijn eigen accenten legt, zijn de vier genoemde doelstellingen altijd impliciet of expliciet in hun werking aanwezig. Dit betekent dat elke maatschappelijk assistent die werkzaam is in het Sociaal-Cultureel Werk aan en met deze terreindoelstellingen zal werken. Binnen dit opleidingsonderdeel wordt specifieke aandacht besteed aan educatie als terreindoelstelling van Sociaal-Cultureel Werk.
Het opleidingsonderdeel wil deze doelstellingen concreet vorm geven door volgende competenties uit het opleidingsprofiel te ondersteunen:
Beroepsspecifieke competenties
Sociaal Werkers:
-1. Geven op een methodische manier vorm aan de sociaal-agogische processen in hun taakgebieden;
-2. Dragen bij tot de profilering en ontwikkeling van de professionele identiteit;
-3. Communiceren doelgericht in een context van grote diversiteit.
Algemene competenties
Algemene beroepsgerichte competentie
-4. Oplossingsgericht kunnen werken in de zin van het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën.
Algemene (generieke) competentie
-5. Het vermogen tot communiceren van informatie, ideeën, problemen en oplossingen, zowel aan specialisten als aan leken.
Voor dit opleidingsonderdeel wordt in modeltraject 1 de basis gelegd via de volgende opleidingsonderdelen:
Maatschappelijk Assistent in de Praktijk: Theoretische en praktische bouwstenen 1;
Maatschappelijk Assistent in de Praktijk: Theoretische en praktische bouwstenen 2.
Voor dit opleidingsonderdeel wordt in modeltraject 2 de basis gelegd via de volgende opleidingsonderdelen:
Werkvelden Sociaal Werk;
Communicatie en interactie;
Stage 1;
Uit keuzelijst 1 Methodieken Sociaal-Cultureel Werk.
Het opleidingsonderdeel kent theoretische en praktische linken met de volgende opleidingsonderdelen uit modeltraject 3:
Theorie methodieken en methodes in Sociaal-Cultureel Werk;
Agogische vaardigheden ten behoeve van Sociaal-Cultureel Werk;
Stage 2.
Leerinhoud De cursus voor dit opleidingsonderdeel bestaat uit een theoretisch deel en toegepast deel.
In het theoretisch deel worden:
Een aantal algemene kaders aangereikt over educatie binnen Sociaal-Cultureel Werk.
In het toegepaste deel kan de student de keuze maken tussen twee soorten projecten:
(1) Ofwel bereidt de student zelf een vorming voor en voert deze uit voor een door de lesgevers aangeboden organisatie met een specifieke doelstelling en voor een specifieke doelgroep;
(2) Ofwel voert de student een project uit met betrekking tot de educatiebehoeften van een door de lesgevers aangeboden specifieke doelgroep of organisatie. Hierover geeft de student een vorming aan medestudenten.
In het toegepaste deel kan de student samenwerken met medestudenten.
Begincompetenties Studenten kunnen in de onderwijsrealiteit van dit opleidingsonderdeel, indien nodig, hun basisinzichten uit volgende inhoudskaders aanwenden:
Modeltraject 1
Maatschappelijk Assistent in de Praktijk: Theoretische en praktische bouwstenen 1;
Maatschappelijk Assistent in de Praktijk: Theoretische en praktische bouwstenen 2.
Modeltraject 2
Werkvelden Sociaal Werk;
Communicatie en interactie;
Stage 1;
Uit de keuzelijst 1 Methodieken Sociaal-Cultureel Werk.
Eindcompetenties De competenties uit het opleidingsprofiel vermeld in het luik ‘doelstellingen’ worden integratief ondersteund door volgende eindcompetenties van het opleidingsonderdeel:
Op het niveau weten en inzien
De studenten:
- Omschrijven met zin voor volledigheid de plaats van educatie binnen het Sociaal-Cultureel Werk;
- Kenschetsen correct de negen pijlers van vorming binnen Sociaal-Cultureel Werk;
- Beargumenteren met zin voor kritische analyse de essentiële onderdelen van een programmatiefiche en een vormingsschema voor educatie in het Sociaal-Cultureel Werk.
Op het niveau toepassen
De studenten:
- Hanteren juist het lexicon uit het Sociaal-CultureelWerk;
- Implementeren correct de gegeven theorie op een concrete case.
Op het niveau integreren
De studenten:
- Koppelen het juiste educatieve aanbod aan een gestelde vraag uit het sociaal-culturele werkveld.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Cursus te verkrijgen op de cursusdienst;
Handleiding met richtlijnen rond het uit te voeren project;
Lidmaatschap van de bibliotheek (essentieel voor het raadplegen van vakliteratuur).
Studiekosten De kostprijs wordt geraamd op ongeveer 25 euro:
15 euro voor het aankopen van de cursus;
10 euro voor verplaatsingskosten in het kader van het uit te voeren project.
Studiebegeleiding Feedback en informatie over het uit te voeren project per groep;
Feedback en informatie over het te realiseren project op Dokeos;
Coaching van het uit te werken project tijdens de lessenreeks.
Onderwijsvormen Hoorcollege;
Interactief hoorcollege: college met visualisering;
Projectmatig werken gedurende een deel van de lessen;
Samenwerking met organisaties uit het sociaal-agogisch werkveld.
Dit opleidingsonderdeel ondersteunt, gelinkt aan haar inhoudelijke eigenheid, de mogelijkheid tot implementatie van internationale gastsprekers en/of bezoeken in internationale context.
Evaluatievorm Eerste zittijd
De beoordeling van het opleidingsonderdeel berust op:
1. Permanente evaluatie - groepsevaluatie (proces en product) (25 % van de totale beoordeling) bestaande uit een in groep uit te voeren project. Voor deze evaluatie wordt een groepsscore gegeven. De evaluatiecriteria groepsevaluatie worden toegelicht bij aanvang van het opleidingsonderdeel (cfr. opdrachtformat).
Groepsleden kunnen in geval van problemen motiveren om een groepslid een verschillende score te geven dan de andere groepsleden. Dit gebeurt enkel na overleg met alle betrokken partijen.
2. Permanente evaluatie (15 % van de totale beoordeling), gebaseerd op de algemene professionele attitude van de student.
3. Periodegebonden productevaluatie (60 % van de totale beoordeling; op het einde van het semester) in de vorm van een mondeling examen gebaseerd op:
- Individuele reflectieopdracht over het uitgevoerde project a.d.h.v. vooraf opgelegde richtlijnen (cfr. opdrachtformat);
- Kritische analyse van een programmatiefiche van een andere projectgroep a.d.h.v. vooraf opgelegde richtlijnen (cfr. pdrachtformat).
- De cursus.
Het examen richt zich op de volledige leerinhoud van dit opleidingsonderdeel. Er is geen schriftelijke voorbereidingstijd voorzien.
Tweede zittijd
De beoordeling wordt gebaseerd op:
1. Individuele productevaluatie (50 % van de totale beoordeling)
- Kritische analyse van een programmatiefiche die in de eerste zittijd door een projectgroep
werd opgemaakt;
- Opmaak van een programmatiefiche en vormingsschema met betrekking tot een door de
lesgevers opgegeven thema en doelgroep.
Bij deze opdrachten worden dezelfde evaluatiecriteria gehanteerd als in eerste zittijd.
2. Periodegebonden productevaluatie (50 % van de totale beoordeling)
Er wordt een gelijkaardig mondeling examen (geen schriftelijke voorbereidingstijd) als in de eerste zittijd voorzien.
OP-leden Betrokken lesgevers:
Greet De Brauwere ( greet.debrauwere@hogent.be)
e.a.
|
|