Trefwoorden B230, B235, B260, T360, Microbiologie, ecologie, microbiele gemeenschappen, biodegradatie, milieubiotechnologie, actief slib, biofilmen, aerobe afbraak, anaerobe afbraak (biogas)
Doelstellingen Theorie:
Kennismaking met microbiologische levensgemeenschappen actief in de natuurlijke kringloopprocessen en in biotechnologische processen toegepast in de milieusanering.
Verzamelen van (micro-)biologische basiskennis voor de technologische benadering in het derde jaar van afvalwaterzuivering, afvalverwerking, luchthygiene en bodemsanering en -beheer.
Oefeningen :
Kennismaking met de microflora van water, lucht, bodem en compost via enumeratietechnieken voor bacteriën, gisten en schimmels (fungi), actinomyceten en invertebraten.
Microscopische kennismaking met zuiveringsbiologie: actief slib en biofilmen. Opvolging van een praktijkinstallatie type KWZI via microbiologische kwaliteitscontrole op de verschillende zuiveringsstappen.
Leerinhoud
1. Biodegradatie en biodeterioratie:
fundamentele benadering van microbiologische afbraakprocessen op diverse groepen van polluenten.
2. Microbiologische aspecten van de waterzuiveringstechnieken:
- aerobe systemen : actief slibsystemen in al hun variaties (statische-, dynamische- en kinetische parameters van het actief slibproces, microbiota, sturing en bedrijfsvoering), biofilmsystemen (parameters, bedrijfsvoering, microbiota).
- anaerobe systemen : biogas, thermodynamica, parameters, microbiota, gistingstesten.
3. Microbiologische aspecten van afvalverwerking en bodemsanering:
inleiding in composteringsprocessen.
Noties bodemmicrobiologie : bodemmicrobiota, interrelaties plant/microbiota, geochemische cycli.
Begincompetenties Beschikken over de eindcompetenties van de opleidingsonderdelen Biologie en Algemene en anorganische chemie is verplicht.
Beschikken over de eindcompetenties van het opleidingsonderdeel Microbiologie is wenselijk.
Eindcompetenties
1. De student moet in staat zijn de opgedane microbiële ecologische kennis, om te zetten in vakspecifieke vaardigheden met het beheersen en sturen van microbiologische processen ten dienste van de milieusanering tot doel. Verwerven van een fundamenteel microbieel ecologisch denken.
2. Kan op een wetenschappelijke manier een voorgelegd probleem analyseren.
- In staat zijn om kritisch, creatief en wetenschappelijk te denken en te redeneren.
- In staat zijn om algemeen wetenschappelijke inzichten toe te passen op wetenschappelijke problemen.
- In staat zijn mondeling en/of schriftelijk efficiënt te communiceren en te rapporteren over wetenschappelijke en technische problemen.
- In staat zijn om relevante wetenschappelijke en technische informatie adequaat te verzamelen en te verwerken. 3. Samenwerken: microbiologische opdrachten in teamverband uitvoeren en de ontstane problemen in groep bespreken en adequaat oplossen.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Syllabus en slides zijn beschikbaar.
Vakliteratuur aanwezig in laboratorium en bibliotheek.
Studiekosten ongeveer 10 euro
Studiebegeleiding Vraagstelling is steeds mogelijk tijdens en na de les of na afspraak.
Onderwijsvormen Theorie: hoorcolleges, presentaties.
Oefeningen: begeleide laboratoriumoefeningen in team.
Gezamelijke bespreking en interpretatie van de resultaten.
Evaluatievorm Theorie: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding over het theoretische deel en de oefeningen.
Oefeningen: permanente evaluatie en verslagen. Geen tweede zittijd mogelijk.
Wegingscoëfficiënt
Theorie: 50%
Oefeningen: 50%
OP-leden
|
|