Trefwoorden T470 textieltechnologie
Doelstellingen De term "Textieltechnologie" dekt een opeenvolging van bewerkingen op textielvezels, die leiden tot een afgewerkt product zoals een garen, een weefsel of een breigoed. Het is van groot belang dat de studenten Modetechnologie een overzicht krijgen van deze verschillende textielactiviteiten. Op basis van deze kennis verwerven zij namelijk een groter inzicht in de mogelijke confectietoepassingen van het betreffend textielproduct.
De textielveredeling kan hierop een bijkomende invloed uitoefenen. Deze textielactiviteit omvat naast het geven van een kleur door verving of bedrukking tevens alle afwerkingstechnieken die een textielsubstraat een grotere gebruikswaarde bezorgen of beter geschikt maken voor zijn eindbestemming en zo hun verkoopswaarde verhogen.
Leerinhoud De theorie is thematisch opgebouwd.
Vak 1: Spinnen, weven en breien:36 uren
Spinnen:
1.nummeringsystemen
2. de verschillende processtappen uit de mechanische spinnerij
3. terminologie van de garensoorten
4. de productie en het gebruik van fantasiegarens.
Weven:
1. de basisprincipes van het weven
2. weefbindingen begrijpen en uittekenen.
Breien:
1. de basisbeginselen van het machinaal breien
2. de algemene structuur en eigenschappen van breigoed
3. de steekvorming bij inslagbreisels (vlakbrei en rondbrei) en kettingbreisels
Begeleid zelfstandig leren bij vak 1: 18 uren, heeft tot doel de nummeringsystemen van spinproducten a.d.h.v. vraagstukken op zelfstandige basis in te oefenen. Een tweede BZL-sessie vindt plaats in het kader van de oefeningen op weefselbindingen.
Vak 2: Finishen:24 uren
1. de voorbehandelingsprocessen
2. echtheden
3. kleurstofsoorten
4. verftechnieken
5. druktechnieken
6. appreteerbewerkingen
7. de mogelijkheden van het coaten
8. Speciale nabehandelingen op jeansstof
Begincompetenties Het is aan te raden over de eindcompetenties van het opleidingsonderdeel Vezelkennis te beschikken.
Eindcompetenties
Vak 1: Spinnen, Weven, Breien
1. Mede bepalen en opvolgen van de technische specificaties en de kwaliteitseisen met betrekking tot het product.
Onder meer:
- je kan de terminologie die hoort bij de verschillende textielbewerkingstechnieken verklaren en eveneens correct aanwenden,
- je kan de opbouw van een garen, een weefsel en een breisel beschrijven en de productieprocessen toelichten,
2. Scheppen van een klimaat van kwaliteitsbewustzijn door heel de onderneming; waken over en het opvolgen van de kwaliteitssystemen, procedures en instructies vanuit het oogpunt van kwaliteit, productiviteit, standaardisatie en normering en waar nodig de kwaliteitscertificering bestendigen.
Onder meer:
- je kan aantonen dat de machinekeuze in de spinnerij de gareneigenschappen zal beïnvloeden,
- je kan de bindingen in een weefsel van elkaar onderscheiden, benoemen en uittekenen,
- bij breisels kan je het kwaliteitsverschil tussen inslag- en kettingbreisel aantonen.
Vak 2: Finishen
1. Mede bepalen en opvolgen van de technische specificaties en de kwaliteitseisen tot het product.
Onder meer:
- je kan de principes van het verven, het bedrukken en het appreteren beschrijven.
-je kan aantonen dat de kleurstofkeuze de echtheid zal beïnvloeden.
2. Mede bepalen van verkoopsargumentatie, verkoopsproces, marktaandeel, levensduur, prijspositionering en reclame van het product
Onder meer:
- je kan het verband leggen tussen de finish op het textiel en de functionaliteit van het geconfectioneerde stuk.
Algemene competentie:
1. Het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën: analytisch vermogen.
Onder meer:
- je bent in staat het verband te leggen tussen kwaliteitszorg in de productie en de gevolgen voor de kwaliteit van het afgewerkte product.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: cursus en eigen nota's tijdens de les
Studiekosten Cursus: wordt gratis ter beschikking gesteld.
Studiebegeleiding De studenten kunnen afspraak maken met de docent voor het bekomen van bijkomende uitleg.
Onderwijsvormen hoorcolleges, BZL
Evaluatievorm Vak 1: Spinnen, Weven en Breien :
theorie: 100 punten: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding, mogelijkheid tot 2de zittijd
Vak 2: Finishen:
theorie: 80 punten: mondeling examen met schriftelijke voorbereiding, mogelijkheid tot 2de zittijd
BZL: geïntegreerd in het examen theorie van vak 1
In geval van tweede zittijd beperkt de te kennen leerstof zich tot deze van het vak waarvoor geen 10/20 behaald werd. De punten van het niet opnieuw afgelegde vak blijven behouden.
OP-leden Els Janssens
|
|