Trefwoorden T130: productietechnologie, T480: technologie-van-andere-producten
Doelstellingen Patroontekenen 5.
Je bent in staat het patroon van een jas of mantel te tekenen en de pasvorm te beoordelen.
CAD 4.
De student kan de relatie aanbrengen tussen ontwerp en industriële uitvoering, alsmede de commerciële aspecten van het ontwerp beoordelen.
Hij is in staat te oordelen over de kwaliteit van de modellering en de bijhorende gradaties.
De student kan een order omzetten tot gepaste snijorders.
Hij moet bestaande bestanden efficiënt kunnen beheren en combineren.
Afwerkingstechnieken 5.
Met het oog op het toenemend aantal bedrijven waarvan de productieafdeling zich in het buitenland bevindt, moet de student in staat zijn alle technische informatie i.v.m. de afwerking van een geconfectioneerd product op een gestructureerde wijze weer te geven in een zogenaamd lastenboek, rekening houdend met de normalisatievoorschriften voor technisch tekenen.
Het bepalen van de meest geschikte afwerking voor kleding (dames-heren-kinderen), afhankelijk van het onderwerp, het te verwerken materiaal (stoffen) en de beoogde kwaliteitsnorm.
Het beoordelen van een geconfectioneerd product, kwaliteit, bewerkingstijd, grondstofgebruik en nodig materiaal.
Introductiestagestage
Deze stage is een voorloper van de effectieve stage. De student leert het bedrijf kennen en maakt kennis met de structuur, het product en de processen. Het onderwerp van de stage wordt geconcretiseerd en een preliminair stappenplan wordt opgemaakt. Hierdoor kan de start van de effectieve stage efficiënter verlopen.
Leerinhoud Patroontekenen 5.
24 uur oefeningen.
Opstellen basispatroon jas of mantel.
Modellering.
Tekenen patroondelen voor; bovenstof, voering en tussenvoering.
Beoordelen pasvorm en eventueel aanpassen aan patroon.
BZL: 8 uur
Aan de hand van concrete opdrachten uit de praktijk, analyseert de student andere patroonsystemen en test ze uit
CAD 4.
24 uur oefeningen.
Klassiek herencolbert.
Opstellen basipatroon colbert, bijhorende 2-delige mouw en colbertkraag.
Opstellen snijpatronen voor bovenstof, voering en tussenvoering.
Maken variantsamenstelling en snijplan.
Eigen ontwerp.
Maken modelintekening (vertrekkende van basisopstelling), maken van snijpatronen voor bovenstof en voering.
Maken van variant samenstelling en snijplan.
Berekenen van gemiddeld stofverbruik.
Maken van vlaktekening voor eigen ontwerp.
Uitwerken van bijhorend dossier.
BZL: 8 uur
aan de hand van concrete opdrachten gebaseerd op de praktijk leer je verschillende functies op zelfstandige basis toepassen.
Afwerkingstechnieken 5.
24 uur oefeningen.
Bestuderen van verschillende mogelijkheden van afwerkingen met de invloed ervan op de kwaliteit, fabricagetijd, organisatie van de productie, verantwoord gebruik van machines.
Productanalyse van een mantel of vest (overkleding), naar eigen ontwerp.
Opmaken van een lastenboek i.s.m. C.A.D.
Hier worden de richtlijnen voor productie, de kwaliteitsnormen, de leveringsvoorwaarden en het transport bepaald om na productie, bij eventuele discussie, te kunnen terugvallen, op deze vooraf bepaalde criteria.
BZL: 8 uur
Aan de hand van concrete opdrachten gebaseerd op de praktijk leer je de verschillende afwerkingen op zelfstandige basis toepassen
Introductiestage.
8u extern in het toekomstig stagebedrijf.
Het analyseren van de bedrijfsstructuur en het product en processen van het bedrijf tijdens een bezoek aan het toekomstig stagebedrijf.
Begincompetenties De eindcompetenties bereikt hebben van het opleidingsonderdeel industriële confectietechnieken deel 1, 2, 3 en 4 van het eerste en het tweede jaar pb modetechnologie strekt ter aanbeveling.
De eindcompetenties bereikt hebben van het opleidingsonderdeel Confectiemachines 1 en 2 van het eerste en tweede jaar pb modetechnologie strekt ter aanbeveling.
De eindcompetenties bereikt hebben van het opleidingsonderdeel Procesbeheer strekt ter aanbeveling.
De eindcompetenties bereikt hebben van het opleidingsonderdeel Logistiek strekt ter aanbeveling.
Eindcompetenties Patroontekenen 5.
1. Coördineren van het ontwikkelen van het prototype en het maken van collectiestukken.
Onder meer:
- Je kan patronen tekenen van elk kledingstuk.
- Je kan het prototype vervaardigen en beoordelen naar pasvorm en belijning.
- Je bent in staat modelinterpretaties te maken rekening houdend met wat de stylist voor ogen heeft en wil bereiken.
- Is in staat originele en vernieuwende ideeën te bedenken.
- Gaat hierbij nauwkeurig te werk.
2. Coördineren van het productierijp maken van het eerste patroon.
Onder meer:
- Je bent in staat om het eerste patroon op punt te stellen rekening houdend met de produceerbaarheid.
CAD 4.
1. Vertrouwd zijn met de verschillende confectiespecifieke technieken: patroneren (manueel en CAD) , assemblagetechnieken van verschillende confectieartikelen, werkmethodes en confectiemachines.
Onder meer:
- Je bent in staat een ontwerp om te vormen tot een productierijp patroon.
- Je bent in staat de nodige gradaties te formuleren ifv het ontwerp.
- Je kan de nodige snijorders formuleren voor een bestelling.
2. Bewaken en bestendig operationeel houden van de nodige softwarepakketten; bijsturen bij blokkeringen van zowel de ontwerper, de patronenmaker, de gradeerder, de patroonintekenaar als de cutter- bediener
Onder meer:
- Je bent in staat problemen met betrekking tot het gebruik van een softwarepakket te herkennen en de nodige stappen te ondernemen om deze op te lossen.
Afwerkingstechnieken 5.
1. Vertrouwd zijn met de verschillende confectiespecifieke technieken: patroneren (manueel en CAD), assemblagetechnieken van verschillende confectieartikelen, werkmethodes en confectiemachines.
Onder meer:
- Je kan de meest geschikte afwerking van een kledingstuk bepalen zowel voor dames- heren- en kinderkleding.
2. Opvolgen van, analyseren van en optimaliseren van methode- en arbeidsstudiesystemen, werk- en productiemethodes en het motiveren tot techniekvernieuwing.
Onder meer:
- Je kan het productieproces opvolgen zowel in binnen- en buitenland.
- Je bent in staat de technische informatie i.v.m. de afwerking op een gestructureerde manier weer te geven.
Introductiestage.
1. Mede bepalen en opvolgen van de technische specificaties en de kwaliteitseisen met betrekking tot het product.
Onder meer:
- Je kan aan de hand van visuele indicatoren bepalen wat de activiteiten en doelstellingen zijn van het toekomstig stagebedrijf.
2. Opvolgen, analyseren en optimaliseren van methode- en arbeidsstudiesystemen, werk- en productiemethodes en het motiveren tot techniekvernieuwing
Onder meer:
- Je kan een voorstel tot eindwerk formuleren waarbij je rekening houdt met de mogelijkheden binnen het toekomstig stagebedrijf.
Algemene competenties
1. Het zelfstandig kunnen definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties in de beroepspraktijk en het kunnen ontwikkelen en toepassen van zinvolle oplossingsstrategieën: Analytisch vermogen:
Onder meer:
- In staat de meest diverse opdrachten aan te pakken
- Blijft efficiënt, ook in onverwachte situaties
- Kan een probleem precies situeren en er een oplossing voor aanreiken
- Pakt problemen en taken aan zonder dat het gevraagd wordt
2. Kritische ingesteldheid
Onder meer:
- Bereid zijn zichzelf en zijn omgeving in vraag te stellen, de waarde van een bewering of een feit, de haalbaarheid van een vooropgesteld doel te verifiëren, alvorens een stelling in te nemen.
Leermaterialen ::Voor meer informatie, klik hier:: Patroontekenen 5.
Syllabus 1° en 2° jaar patroontekenen.
Nota's tijdens de les.
CAD 4.
Syllabus .
Er wordt eveneens gebruik gemaakt van de syllabus patroontekenen.
Afwerkingstechnieken 5.
Syllabus, deeloefeningen, reële kledingstukken.
Introductiestage
Handleiding bij de kijkstage
Studiekosten Geraamde totaalprijs: 145.0 EUR
Patroontekenen 5
Patroonpapier en baalkatoen: € 10
CAD 4.
Syllabus ± € 2,5
Dossier eigen ontwerp ± € 4,5
Afwerkingstechnieken 5.
Materiaal (stoffen en fournituren) voor de fabricatie van een mantel of vest ± € 100
Syllabus ± € 8
Dossier eigen ontwerp: € 4,5
Introductiestage:
Transport van en naar het bedrijf.
Studiebegeleiding Patroontekenen 5.
Persoonlijk contact: studenten kunnen bijkomend een afspraak maken met de docent, om eventuele problemen te bespreken en op te lossen.
CAD 4.
Persoonlijk contact.
Op afspraak kan de student buiten de voorziene contacturen gebruik maken van het CADCAM-systeem.
Problemen die zich voordoen bij het uitvoeren van de oefeningen kunnen besproken worden met de docent.
Afwerkingstechnieken 5.
Persoonlijk contact: studenten kunnen bijkomend een afspraak maken met de docent, om eventuele problemen te bespreken en op te lossen.
Introductiestage.
Stagebegeleiding door het toekomstig stagebedrijf.
Voor specifieke problemen is er mogelijkheid tot persoonlijk contact met de stagecoördinator van de opleiding.
Onderwijsvormen Patroontekenen 5.
Leergesprek, demonstraties, evaluatiegesprek, informatie opzoeken en analyseren.
CAD 4.
Demonstraties, oefeningen, evaluatiegesprek, leergesprek.
Afwerkingstechnieken 5.
Demonstraties, evaluatiegesprek, oefeningen, leergesprek, informatie opzoeken.
Introductiestage.
Stage.
Evaluatievorm Maximaal te behalen punten: 140 ptn
Patroontekenen 5: 40 ptn
Permanente evaluatie. Beoordeling van de werkstukken.
Mogelijkheid tot 2° zittijd.
BZL: 5 ptn
CAD 4: 40 ptn
Permanente evaluatie aan de hand van de taken die in de loop van het jaar worden opgegeven.
Beoordeling van de uitgewerkte opdrachten en de technische dossiers.
Mogelijkheid tot 2° zittijd.
BZL: 5ptn
Afwerkingstechnieken 5: 40 ptn
Permanente evaluatie, beoordeling van het lastenboek en de werkstukken.
Mogelijkheid tot 2° zittijd.
BZL: 5 ptn
Introductiestage: 20 ptn
Verslag van de stage wordt beoordeeld naar inhoud en naar vorm.
Artikel 6 van de Departementale onderwijs- en examenregeling kan worden ingeroepen.
OP-leden Ann Laperre, Linda Van Wesemael, Alexandra De Raeve, Martine De Smedt.
|