Door veelvuldige voorbeelden en oefeningen leren de studenten de verschillende vormen van redeneringen te onderkennen. Ook leren ze met behulp van logische kunsttalen de onderliggende argumentaties in discursieve uiteenzettingen logisch formeel voor te stellen en te evalueren.

Het taalfilosofische luik van dit opleidingsonderdeel biedt een overzicht van de soorten problemen met betrekking tot taal, die te maken hebben met taal zelf, met de verhouding tussen taal en denken, en met de verbindingslijnen die van de taal naar de wereld buiten taal lopen.

Gegeven deze doelstellingen levert dit opleidingsonderdeel een onmisbare bijdrage aan het geheel van de opleiding, in het algemeen, door het analytisch oordeelsvermogen en de kritische reflectie te stimuleren en te ontwikkelen, zowel als in het bijzonder, door specifieke basiscompetenties bij te brengen op het gebied van taal en de kritische reflectie over taal die een stevig fundament vormen voor de verdere opleiding, niet in het minst ook door perspectieven te openen naar mogelijk verder onderzoek op dat terrein.

Wat het globaal leerplan betreft: horizontaal gezien hoort dit opleidingsonderdeel tot het pakket humane wetenschappen in de eerste bachelor, verticaal gezien levert dit opleidingsonderdeel de basis voor het gedeelte tekstanalyse van het opleidingsonderdeel Ndls: taalstructuren C in de tweede bachelor.

Leerinhoud
De leerstof van het opleidingsonderdeel "Logica en filosofie van de taal" (A1LG) is thematisch geordend:

1. Informele logica of argumentatieleer
- lokaliseren en onderkennen van redeneringen
- logische reconstructie van redeneringen
- beoordelen van de deugdelijkheid en aansluitend van de ondeugdelijkheid van redeneringen
- beginselen van deductief redeneren
- drogredenen

2. Formele logica
- de constructie van een logische kunsttaal
- descriptieve syntaxis van kunsttalen: klassenlogica, propositielogica, predicaatlogica
- semantiek: studie van betekenisverlening aan een niet geïnterpreteerd systeem van symbolen

3. Filosofie van de taal
- tekensystemen
- taalgedrag en regels
- taal en denken
- taal en wereld

Begincompetenties
De gemiddelde algemene vorming die kan worden verwacht van een afgestudeerde secundair onderwijs; geen specifieke begincompetenties vereist.

Eindcompetenties
Bijdrage tot de algemene competenties:
- de student beheerst algemene competenties als denk- en redeneervaardigheid, het verwerven en verwerken van informatie, het vermogen tot kritische reflectie en een ingesteldheid tot levenslang leren.

Specifieke competenties:
- de student heeft kennis van en inzicht in de basisprincipes van de westerse logica en van de filosofie van de taal
- de student kan een aantal belangrijke begrippen van de logica en de filosofie van de taal, zoals die in teksten voorkomen, herkennen en duiden
- de student kan een aantal belangrijke stromingen in de Westerse wijsbegeerte onderscheiden
- de student kan nadere informatie opzoeken over logica en filosofie van de taal gebruik makend van een aantal geëigende bronnen.

Leermaterialen
::Voor meer informatie, klik hier::
syllabus

Studiekosten
Geraamde totaalprijs: 0.0 EUR
syllabus : bekostigd door de hogeschool.

Studiebegeleiding
Er is ondersteuning via het verspreiden van bijkomende informatie en de mogelijkheid van het stellen van vragen via het Dokeos platform.

Onderwijsvormen
Hoorcolleges


Evaluatievorm
Examenvorm: schriftelijk examen

Details:
het examengedeelte over logica is met open boek
het examengedeelte over filosofie van de taal is met gesloten boek.

OP-leden
Martine LEJEUNE (A5)